17 april 2024
Om het risico op ongeplande onbeschikbaarheid te reduceren en de ‘Life Cycle’-kosten te beperken, worden spoorstaven onderhouden. Om te voorkomen dat spoorstaven te vroeg vervangen moeten worden door ontstane schades, wordt de conditie van spoorstaven periodiek gemeten met verschillende meetmethodes.
Een ultrasoon meting is zo’n methode. Op basis van de meetresultaten worden onder andere freeslocaties gedefinieerd en ingepland. Het frezen van een spoorstaaf kan gezien worden als een onderhoudsbeurt voor de spoorstaaf, waarbij tussen de 1,0-3,6 mm van het bovenste laagje van de spoorstaaf verwijderd wordt. Hiermee worden dan kleine schades verwijderd om te voorkomen dat schades dieper worden en uiteindelijk met ultrasoon-apparatuur gemeten kunnen worden (vanaf 5 mm diepte vanaf de bovenkant van de spoorstaaf). Op dit moment is vervanging van de spoorstaaf eigenlijk nog de enige oplossing.
Indien een schade met ultrasoon-apparatuur gemeten kan worden, moet de schade (afhankelijk van de geconstateerde diepte) binnen 24 uur, 4 weken, 3 maanden of 1 jaar verwijderd zijn. Het vervangen van spoorstaven is stukken duurder dan het frezen van de spoorstaaf en hier zijn ook veel meer Trein Vrije Periodes voor nodig. Daarnaast is het risico op een spoorstaafbreuk groter bij diepere defecten.
In maart en april zijn er in totaal vijf freesinzetten uitgevoerd. Deze zullen eind april geëvalueerd worden. In de tweede helft van dit jaar zal er een tweede serie freesinzetten uitgevoerd worden.
